Ik ben geboren in de Jordaan, maar vanaf 6 maanden woonde ik aan het water, in een kleine woonboot, die niet meer dreef, maar ingegraven was.
Op mijn 11e kocht ik van vakantiewerk (snoepverkoop in het Jan van Galenbad) voor 50 gulden de helft van een eikenhouten 8-voets (iets meer dan 2 meter) jolletje, met onverstaagde mast, gaffeltuigage. De andere helft was van klasgenoot Joop, wiens vader met eindeloos geduld het scheepje schilderde, rood met gele waterlijn, van binnen wit. Ik vermoed dat er meer geld in de verf zat dan in het bootje..
Na een jaar had Joop, na een vaartocht van de Nieuwe Meer via het Amsterdam Rijnkanaal naar een camping in Vinkeveen met een tentje het wel gezien, en ik kocht hem uit. Vele middagen na school op de fiets met een boek naar het Jollenpad bij het Amsterdamse Bos, en na een stukje roeien (zielen deed ik niet) ankeren. Inmiddels groeide ik uit de Welpen (ik was gids bij de padvinders in Osdorp) en ging bij de zeeverkenners, waar ik met een stalen vlet ging zeilen en roeien, dus werd de Toppy Tee (de zus van Joop kon de 'k' niet uitspreken) verkocht. Ik bracht het tot bootsman en werd daarna boer in Duitsland.
Pas in 1977 kocht ik, na terugkomst in Nederland en als getrouwde man mijn eerste motorjacht. Nou ja, een 7 meter stalen bootje met kajuit, en een waaiersteven. Mooi ding, met en A-Ford motor op benzine. De carburator lekte en het ontploffingsgevaar werd me te gek. Snel afscheid van genomen, dure les.
Maar ik had de smaak te pakken, en toen mijn zus Loes en man Harrie in een onbezonnen bui een 9 meter Cascaruda motorjacht met open kuip kochten en er meteen weer vanaf wilden, werd ik de nieuwe eigenaar. Na een vrijwel eigenhandige verbouwing (staalwerk uitgezonderd) had ik een vaste achterkajuit en een reling rondom. Wel nodig met een zoon van 3 jaar. Nog even schilderen en de 'Op Koers' ging te water. De Mercedes diesel liep als een zonnetje en we maakten er 2 jaar lang tripjes mee. Dat eindigde toen ik voor mijn werk naar Twente verhuisde. De afstand tot de ligplaats werd te groot, de werkdruk te hoog en het budget was te krap. Ik verkocht het schip en het huilen stond me nader dan het lachen.
Daarna volgden er een aantal droge jaren, en ik waarschuwde Lucie dat we niet in de buurt van een jachthaven moesten komen. Dat gebeurde in 1995 toch, en dus huurden we een motorboot, 5 jaar lang, elke voor en najaar een week. Pas toen ik zeker was dat we het allebei leuk vonden, zochten we jaren naar ons ideale schip. Dat ging niet makkelijk en voorjaar 2000 zag ik er vanaf en huurde weer een schip. Dat was het moment dat we de Vripack Coastal Canal 14.60 tegen het lijf liepen, en van Neeltje Jacoba MY 'the Striker' werd. Overigens is het schip 14,99..
Hoe het daarmee ging vertel ik nog wel eens.
Reacties
Een reactie posten