Doorgaan naar hoofdcontent

Boten en tenten...

Sinds de opkomst van de pleziervaart met motorboten bestaat er een spanningsveld tussen ontwerpers en gebruikers. 


De scheepsarchitect tekent mooie lijnen, vaak met een open flybridge met ramen, varen is een buitensport, nietwaar ? Een kapje over de stuurstand is het maximum in de jaren 80 en 90. Nog geen relingdoekje kan er van af. En zo was het ook met mijn schip. Let op de mast, 8,25 meter, strijkbaar (met een katrol).



De meevaarders kijken jaloers en willen op een gegeven moment een bimini: uit de zon en beschut tegen een klein regenbuitje.  En relingdoeken vanwege de privacy. Daar gaat het laatste restje van het ontwerp …


Dat laatste deed de volgende eigenaar, waar ik het schip in 2000 van kocht. Mooie mast !



De bimini en de overgang naar blauw deed ik zelf. Ja, was een beetje vol op Sail 2010.


Tenslotte wordt besloten tot een tent over de hele kuip of achterdek en is het model onherkenbaar verwoest. Want, laten we eerlijk zijn: er varen heel wat lelijke champignonkwekerijen rond, die zoveel wind vangen dat het schip scheef hangt.

Daarbij is een mast op het achterdek vaak nog een obstakel, dat soms omsloten wordt door de tent, zodat of all bruggen moeten draaien of de tent afgebroken. In mijn geval was de, inmiddels hydraulische, mast ingewaterd en werd vervangen door een apparatenbeugel, die net onder de hoogte van de kap, 4,20 meter bleef. Daarmee verviel het dagelijks meermalen waarschuwen voor een strijkende mast met giek voor meevaarders op het achterdek, en behoefden minder bruggen te draaien.



Bovendien was de weg nu vrij voor die tent, die niet zomaar door de commissie kwam. Maar wel onder de voorwaarde dat deze geen afbreuk zou doen aan de lijn, en deze liever nog wat kon aanvullen. Daarom werd Ernst Yntema in Grou gevraagd, een out of the box denker en doener. Met hem werden ook het buizenframe, de afstanden en hoogten besproken, en uitgevoerd door Jan Moinat, RVS-specialist in Elburg: ik wilde geen schuine stangen in beeld. 



Aanvullende eis was, dat het dak open zou moeten kunnen, en verder alles open kon uiteraard. Gemakkelijk gezegd, maar toch gedaan, en naar mijn zin. 



Na het mallen volgde de plaatsing. Allebei vakwerk door 1 man in 1 dag. Hulde.


Tegen mijn verwachting in gaat het dak er vaak ‘af’ in plaats van een zijkant open onder het varen. Warmte is zo snel weg en de schipperse kan uit de wind zonnen. Let op de twee kleuren.



Een flink project, in tijd, werk en omvang, ook financieel, maar de moeite waard: we hebben er een complete woon-serre bij gekregen. Minder afhankelijk van het wisselvallige weer, alles kan blijven staan en liggen en mijn wijnglas op voet waait niet meer om.


Er blijven nog kleine wensen, die in de zomer van 2020 vervuld worden.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Point of View

Dat valt niet mee, dagelijks een blog maken. Behalve dat tikken met 1 hand lastig en vermoeiend is, heb ik de energie ook nodig voor het uitvoeren van mijn werk, dat 98 % toetsenbordwerk is. En de afleiding die varen biedt helpt ook al niet, zeker bij mooi weer en lange avonden met licht, dat noodt tot lang buitenzitten met een glaasje, lekker bootjes en mensen kijken. Genoeg excuses, de ware reden is dat niet elke dag inspiratie voorhanden is voor een blog die voldoende interessant voor de kleine lezerskring geacht mag worden. Ik schrijf niet voor iedereen, gelukkig. Over dat varen gaat het vandaag, en vooral over de plaats van waaruit je kijkt naar de vaarweg en de omgeving. Dan bedoel ik vooral de hoogte, die bepaalt hoever je kunt kijken.  Ik heb gekozen voor de handicap van trapjes in de boot en de noodzaak bruggen te laten draaien, en zelfs voor het niet bereikbaar zijn van sommige bestemmingen. Frankrijk bijvoorbeeld, maar ook de Turfroute: te hoog voor de bruggen, in Frankr...

Het gevaar komt van achteren

Ja, het gaat weer over varen, hoewel het bij autorijden niet veel anders is. Maar daar is het hebben en gebruiken van minimaal 2 buitenspiegels (en een binnenspiegel mits deze niet is geblokkeerd) verplicht en wordt bij de opleiding en het doen van een examen getest. Op een schip is dat niet voorgeschreven, maar wel is het voorgeschreven dat het zicht naar achteren vrij moet zijn. Helaas heb ik in 50 jaar niet waargenomen dat dit wordt gecontroleerd en gehandhaafd, terwijl er elk jaar doden vallen. Jachten die in de dode hoek van een (ongeladen) vrachtschip terecht komen en worden overvaren. Maar dat ontslaat ons als vaarder niet van onze eigen verantwoordelijkheid. Daarom heb ik een aantal maatregelen genomen, waarvan de belangrijkste: discipline om vaak achter te kijken of gebruik te maken van 2 (!) binnenspiegels (want de vlag waait altijd voor een van de twee), 2 buitenspiegels en een camera. Overdreven ? Veiligheid boven alles !

Waarom is een fles 0,75 liter ?

Ik houd het er op dat het de maat is, die een Fransman per dag consumeerde. De inhoud van een wijnfles werd in de 19de eeuw gestandaardiseerd en sindsdien doen de gekste theorieën de ronde over deze eigenaardige maatregel. Een wijnfles heeft een inhoud van 75 cl. omdat de longinhoud van de glasblazer circa 75 cl is (maar er zijn ook grotere maten).  Het zou ook gewoon een logistieke oorzaak kunnen zijn.  In die tijd waren de Engelsen immers de grootste afnemers van Franse wijnen, maar onze Britse buren gebruikten niet dezelfde meeteenheid als onze.  Hun eenheid, de ‘imperial gallon’, kwam precies overeen met 4,5 liter. Zij transporteerden Bordeauxwijnen in vaten van 225 liter, afgerond 50 gallons. Die 225 liter komt overeen met 300 flessen van 75 cl. En 300 is nu eenmaal een veel eenvoudiger getal om mee te rekenen dan 225. Het was dus: 1 vat = 50 gallons = 300 flessen. Of de inhoud van een fles is het verbruik bij een gemiddelde Franse maaltijd; dat lijkt me net meest pl...