Doorgaan naar hoofdcontent

Appje maken..

Klinkt simpel, is razend moeilijk.

Naast mijn taken als werknemer bij Mabeon als KAM (kwaliteits-, milieu en arbomanager) ben ik verantwoordelijk voor de ICT.

Behalve voor de hardware (computers, tablets, chromebooks, smartphones, de VoIP telefonie, printers en netwerk ook voor de servers; die laatste zijn nu ondergebracht in  de 'cloud', met een backup elders in de 'cloud', een zorg minder. Dat geldt ook voor het onderhoud van hardware die op android of chrome draait: die worden 'vanzelf' geupdated. Alleen Windows 10 vraagt dus aandacht. Ook systeembeheer valt er onder, dus beveiliging, permissies, gebruikers en groepen .

Maar dat zijn allemaal hulpmiddelen, want het draait om de software. Voor kantoorgebruik is dat G-Suite van Google, een uitgebreid officepakket, met opslag en veel opties, alles in de 'cloud'. En natuurlijk houd ik ook nog externe en interne websites bij, onder andere de KMMS-site (Kwaliteits en Milieu Management Systeem, ten behoeve van ISO 9001, 14001 en 26000 en het PSO 30 + (specifiek voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, bij Mabeon meer dan 50 % van de medewerkers) kwaliteitssystemen, die jaarlijks extern en continu intern geaudit worden. Dat laatste doe ik ook, ben ik mooi van de straat.

Waar Mabeon eigenlijk op draait is een ERP-systeem (Enterprise Resource Planning) dat een programmeur met mij samen al 25 geleden ontwierp en sindsdien uitgebreid, als maatpak. Precies toegesneden op  dit bedrijf, met bijvoorbeeld het bepalen van het aantal in te zetten uren, rekening houdend met iemands productiviteit (dus minder dan 100 %), ook als er sprake is van een groep. Inmiddels zijn de algemene delen van het pakket vervangen door externe en gekoppelde software van derden (ook in de 'cloud'), zoals een financieel- en een human resource pakket, inclusief salarissen.

Maar ook een maatpak is onderhevig aan de 'mode'. De interface van software doet ouderwets , DOS-achtig aan, geen muisbediening en tekst-georiënteerd, meestal zonder kleuren. Wie het kent  werkt er mee, nieuwe mensen vinden het onaantrekkelijk en er is sprake van een steile leercurve. Maar het belangrijkste: het draait niet (makkelijk) op moderne apparaten zoals een smartphone of tablet, en kan dus niet worden ingezet buiten 'kantoor'. Het hele (ambulante) middenkader en vrijwel alle uitvoerenden worden dus niet bereikt, in input vanuit die groepen is er dus niet, of zeer indirect via een omweg op kantoor.

Omdat de onderliggende database (open source relationele database CentOS) dat bevat van 14 jaar bedrijfsvoering, is besloten tot het maken van een extra interface, en ook geschikt voor mobiele apparaten.

Alle data (voor zover men daar permissie voor heeft) zijn beschikbaar voor elke medewerker die een smartphone en de app heeft, en de fase is aangebroken waarin behalve data bekijken er ook gemuteerd kan worden. Denk aan het ziek- en betermelden, en het aanpassen van het rooster naar aanleiding daarvan. Dat zal leiden tot een database die altijd en realtime up to date is. Geen invoer op 'kantoor' meer, salarissen, facturen en andere processen zullen bijna 'vanzelf' gaan draaien.

Alles uitgaande van een correcte en tijdige invoer van nieuwe medewerkers, klanten, objecten en alle (veel!) relevante gegevens die daar bij horen, met afbeeldingen en documenten. Het bedrijfsbureau is en blijft dus belangrijk. Maar is het eenmaal ingevoerd, dan worden de dagelijkse mutaties door de ambulante objectleiding gedaan, 'in het veld'.





Reacties

Populaire posts van deze blog

Point of View

Dat valt niet mee, dagelijks een blog maken. Behalve dat tikken met 1 hand lastig en vermoeiend is, heb ik de energie ook nodig voor het uitvoeren van mijn werk, dat 98 % toetsenbordwerk is. En de afleiding die varen biedt helpt ook al niet, zeker bij mooi weer en lange avonden met licht, dat noodt tot lang buitenzitten met een glaasje, lekker bootjes en mensen kijken. Genoeg excuses, de ware reden is dat niet elke dag inspiratie voorhanden is voor een blog die voldoende interessant voor de kleine lezerskring geacht mag worden. Ik schrijf niet voor iedereen, gelukkig. Over dat varen gaat het vandaag, en vooral over de plaats van waaruit je kijkt naar de vaarweg en de omgeving. Dan bedoel ik vooral de hoogte, die bepaalt hoever je kunt kijken.  Ik heb gekozen voor de handicap van trapjes in de boot en de noodzaak bruggen te laten draaien, en zelfs voor het niet bereikbaar zijn van sommige bestemmingen. Frankrijk bijvoorbeeld, maar ook de Turfroute: te hoog voor de bruggen, in Frankr...

Het gevaar komt van achteren

Ja, het gaat weer over varen, hoewel het bij autorijden niet veel anders is. Maar daar is het hebben en gebruiken van minimaal 2 buitenspiegels (en een binnenspiegel mits deze niet is geblokkeerd) verplicht en wordt bij de opleiding en het doen van een examen getest. Op een schip is dat niet voorgeschreven, maar wel is het voorgeschreven dat het zicht naar achteren vrij moet zijn. Helaas heb ik in 50 jaar niet waargenomen dat dit wordt gecontroleerd en gehandhaafd, terwijl er elk jaar doden vallen. Jachten die in de dode hoek van een (ongeladen) vrachtschip terecht komen en worden overvaren. Maar dat ontslaat ons als vaarder niet van onze eigen verantwoordelijkheid. Daarom heb ik een aantal maatregelen genomen, waarvan de belangrijkste: discipline om vaak achter te kijken of gebruik te maken van 2 (!) binnenspiegels (want de vlag waait altijd voor een van de twee), 2 buitenspiegels en een camera. Overdreven ? Veiligheid boven alles !

Waarom is een fles 0,75 liter ?

Ik houd het er op dat het de maat is, die een Fransman per dag consumeerde. De inhoud van een wijnfles werd in de 19de eeuw gestandaardiseerd en sindsdien doen de gekste theorieën de ronde over deze eigenaardige maatregel. Een wijnfles heeft een inhoud van 75 cl. omdat de longinhoud van de glasblazer circa 75 cl is (maar er zijn ook grotere maten).  Het zou ook gewoon een logistieke oorzaak kunnen zijn.  In die tijd waren de Engelsen immers de grootste afnemers van Franse wijnen, maar onze Britse buren gebruikten niet dezelfde meeteenheid als onze.  Hun eenheid, de ‘imperial gallon’, kwam precies overeen met 4,5 liter. Zij transporteerden Bordeauxwijnen in vaten van 225 liter, afgerond 50 gallons. Die 225 liter komt overeen met 300 flessen van 75 cl. En 300 is nu eenmaal een veel eenvoudiger getal om mee te rekenen dan 225. Het was dus: 1 vat = 50 gallons = 300 flessen. Of de inhoud van een fles is het verbruik bij een gemiddelde Franse maaltijd; dat lijkt me net meest pl...